En het blijft natuurlijk allemaal één groot avontuur!
Ondertussen verblijf ik bij mama Jane in Msambweni, heerlijk om hier terug te zijn. De rust die dit plaatsje uitstraalt daar kan ik erg van genieten. En natuurlijk van het gezelschap van Jane en haar geweldige kookkunsten.
Terug zijn op Blessed Camp was ook bijzonder. De kinderen herinnerden zich mij nog wel, maar waren ook erg voorzichtig.
Fijn om te zien dat het klaslokaal wat is opgeknapt, want een likje verf en ramen kon het wel gebruiken.
Maandag ga ik er weer een bezoekje brengen, want dan is de medische dienst ook aanwezig en zal ik ook een uitgebreide rondleiding krijgen, want er zijn nog een aantal andere dingen flink veranderd. Ik ben benieuwd!
En voor het doel van mijn reis lijkt alles nog op rolletjes te lopen.
Gister ben ik op bezoek geweest in Shimoni. Kon helaas geen contact krijgen met de engelse organisatie voor mijn vertrek, dus min of meer op de bonnefooi.
Van de vorige keer kende ik nog iemand met motor, die ook bekend was in Shimoni, dus achter op de motor richting Shimoni vertrokken. Echt heerlijk, het uitzicht achter op en de wind door je haren!
In Shimoni werd ik al opgewacht door de oom van mijn papa Allan. Hij heeft me de hele dag op sleeptouw genomen.
Allereerst heb ik kennis gemaakt met de assistant Chief van Shimoni en hij heeft me kort verteld tegen welke problemen ze in Shimoni aanlopen. Hij wil me zeker van dienst zijn als ik uiteindelijk in Shimoni kom om een project op te richten.
Vervolgens zijn we naar twee verschillende scholen geweest, een private school en een publieke school. Vooral de publieke school kan wel wat ondersteuning gebruiken. Wij kunnen ons daar eigenlijk geen voorstelling van maken. Onderwijs in Kenia is gratis, maar de regering heeft een veel te klein budget om te zorgen dat alle leerlingen naar school kunnen. Er is altijd een te kort aan opgeleid personeel, aan lesboeken, stoelen, tafels en sanitaire voorzieningen.
Daarnaast is het een groot probleem dat kinderen vaak een grote afstand moeten afleggen om op school te komen en dat ze van huis uit geen eten meekrijgen.
Stel je voor dat je ’s ochtends zonder ontbijt 5 km moet lopen om op school aan te komen, vervolgens heb je les tot één uur. Er is geen lunchprogramma, dus is het de bedoeling dat je thuis gaat eten. Thuis is vaak geen eten, dus kinderen hangen in Shimoni rond op zoek naar eten. Om twee uur begint de les weer in de zengende hitte. Sommige kinderen hebben dan nog steeds niets gegeten. Water is o pdeze school ook niet aanwezig. Aan het einde van de dag moet je ook nog 5 km terug lopen naar huis.
Je kunt je voorstellen dat je weinig energie hebt om de lessen op school te volgen en dat het uiteindelijk meer oplevert (op de korte termijn) om de hele dag op zoek te gaan naar eten, te bedelen of je moeder thuis te helpen.
Dit gebeurt veel in Shimoni en levert de zogenaamde drop outs op.
Een ander onderwerp van gesprek was het opzetten van een weeshuis. De Kenianen in Shimoni die ik gesproken heb gaven allemaal aan dat er een noodzaak is voor het opzetten van een weeshuis. Op dit moment er is er een weeshuis te vinden op het eiland Wassini. Dit is echter een huis gerund door moslims en alleen toegankelijk voor moslims. In Shimoni zouden ze graag zien dat er een weeshuis komt zonder religieuze achtergrond, zodat alle kinderen kunnen worden toegelaten.
Op de vraag of er veel weeskinderen wonen in Shimoni en wat er dan nu met ze gebeurt kreeg ik niet echt een duidelijk antwoord. Op de scholen waren een aantal weeskinderen aanwezig, maar waarschijnlijk hebben de meeste weeskinderen geen mogelijkheden om naar school te gaan. Op dit moment worden ze binnen de gemeenschap opgevangen door familie. De vraag wordt echter gesteld of ze wel krijgen wat ze nodig hebben op het gebied van verzorging, affectie en onderwijs. Vaak worden ze achtergesteld op de andere kinderen in het gezin. In de ogen van de mensen die ik nu gesproken heb zou eenw eeshuis hierbij een uitkomst bieden.
Echter als je spreekt met andere organisaties dan hoor je juist dat kinderen op dienen te groeien bij hun eigen familie.
Een mogelijkheid voor een project zou dan kunnen bestaan uit het ondersteunen van deze gezinnen. Door bijvoorbeeld te zorgen dat er een vorm van dagopvang is voor de wezen (peuterspeelzaal, school) en een voedselprogramma. Op deze manier wordt de familie ontlast en krijgt het kind de juiste mogelijkheden om zich te ontwikkelen binnen zijn eigen gemeenschap/familie.
Veel om over na te denken dus als ik teug ben. Als Stichting willen we een duurzaam project opzetten, gedragen door de gemeenschap.
Morgen ga ik opnieuw op bezoek bij een weeshuis. Ditmaal gevestigd in Msambweni en gerund door een duitse vrouw.
Ik ben heel benieuwd naar haar ervaringen en contacten.
Dinsdag ga ik weer terug naar Shimoni, dan kan ik een dag meelopen met de engelse organisatie. Zij zullen mij dan aan hun lokale contactpersonen voorstellen. Als het goed is blijf ik dan ook slapen om de volgende dag vakantie te kunnen vieren. Dan ga ik een dagje snorkelen!
Hieronder een aantal impressies!